|
Het is een misverstand te denken
dat visualisaties
alleen werken bij kinderen of bij personen met een beperking of alleen
toegepast worden in leefgroepen of
MPI’s. Heel wat leerkrachten in het
(buitengewoon) onderwijs
en Gon begeleiders gebruiken dagelijks visualisaties om hun
“leerlingen” te
ondersteunen waar nodig. Tegelijkertijd wil ik het
misverstand “visualiseren is
enkel voor kinderen die niet kunnen lezen “ uit de wereld helpen. Het
is ook
bruikbaar voor normaal begaafde kinderen die wel kunnen lezen en
praten. Een
kind kan bv. zeer goed begrijpen wat
“opruimen” wil zeggen, maar vind geen antwoord op de vraag
“ wat moet ik
dan doen”. Het spreekt voor
zich dat de visualisatievorm anders zal zijn naarmate het kind ouder
wordt en
men in het secundair onderwijs bv. veel
meer gebruik zal maken van geschreven taal of geschreven
stappenplannen. In het
secundair heb je veel verschillende vakken, dien je op verschillende
manieren
notities te nemen en verschillen de eisen van de vakleerkrachten.
Bovendien
moet je jezelf goed kunnen organiseren om het juiste boek mee te hebben
op het
juiste moment . Plannen op voorhand, je
agenda correct gebruiken daar om dagelijks in te schrijven en
regelmatig in te
kijken en de verschillende eisen van de leerkrachten uit elkaar kunnen
houden
is voor sommige kinderen niet zo makkelijk.
Visualisaties kunnen een hulpmiddel zijn om een overzicht
te houden op
al deze zaken en handelingen ondersteunen door het gebruik van
pictogrammen of
door alles uit te schrijven in woorden. Het uurrooster visualiseren in
kleur
per vak door zeer concreet uit te leggen wat welke leerkracht verwacht,
wat je
telkens moet bij hebben en tegen wanneer welke taak voor welk vak moet
klaar zijn,
kan al een stap in de goede richting zijn.
De handboeken en schriften per vak in een andere kleur
kaften kan
helpen. Een schoolagenda is voor kinderen een belangrijk hulpmiddel:
als dit
niet correct is ingevuld, kan men thuis ook niet verder. Vaak kan het
kind zelf
niet aangeven wat er verwacht wordt voor een bepaald vak en zorgt dit
voor
conflicten op het thuisfront. Voor het
invullen van de agenda kan je dus een stappenplan (geschreven of
ondersteund
met pictogrammen opmaken). En valkuil ifv. de
geschreven taal in onderwijs is mijns inziens soms onze vraagstelling
(bv. ifv.
toetsen en opdrachten) waardoor we
eerder voor onduidelijkheid zorgen. Termen zoals bepaal,
schets, duid aan .. het zijn voor ons als leerkrachten evidente termen
maar
voor kinderen zijn ze niet altijd zo duidelijk. Onlangs deelde iemand
mij nog
mee dat er gat in de markt te vinden was voor diegene die toetsen en
opdrachten
binnen onderwijs zou vertalen in taalgebruik zodat het voor alle
kinderen
verstaanbaar was. Een
Gon begeleidster maakt bv. voor haar leerling voor elk vak kaartjes waarop de termen verduidelijkt worden zodat
voor het kind duidelijk wordt wat de vakleerkracht precies verwacht en
hoe deze
termen een invulling krijgen binnen dit vak.
Op die manier gaat er geen en
kostbare tijd verloren gaat bij het maken van toetsen en is het voor
het kind
duidelijk wat hij moet doen. Hier treedt vaak enige verwarring op. Zo
herinner
ik mij de discussie die ontstond tussen een leerkracht en een kind met
autisme
ifv. de juistheid van een antwoord. De juf vroeg haar “ duid ¼
de aan “ en het
kind kleurde 3/4de van de taart in. In haar beleving had zij
1/4de
aangeduid door dit wit te laten en wat geen 1/4de was
gekleurd (cfr.
figuur – achtergrond) maar de juf kon zich met dit antwoord niet
verzoenen. Wie bruikbare
suggesties heeft rond visualiseren in het
onderwijs, mag deze uiteraard altijd doormailen zodat ook anderen er
mee gebaat
kunnen zijn.
|
|
|