Planborden

Een magneet- of white  board kan ook gebruikt worden om bejaarden  aan afspraken te herinneren. Ook hier is het  belangrijk dat het bord op een vaste centrale plaats hangt en dat alle afspraken erop genoteerd zijn zodat men de informatie makkelijk kan terugvinden. Op een memobord kan veel genoteerd worden: dit is zowel een voor- als een nadeel want na verloop van tijd ga je zoveel noteren dat de gebruiker het bos door de bomen niet meer ziet.

Volgens Rommel doe je er goed aan om als familielid of hulpverlener uit te zoeken hoe iemand geholpen is met een planbord. Een planbord moet hoe dan ook een overzichtelijke indruk maken: grote letters, volgorde stap voor stap ontrafelen, enkel korte en relevante boodschappen maar zelfs als je met deze tips rekening houdt, zouden planborden vaak nog de cognitieve mogelijkheden  overschatten. Het kan de persoon ook confronteren met wat hij niet meer kan. Je zal hoe dan ook zelf aandacht moeten besteden aan het bord door hen voortdurende te wijzen op de informatie die er op staat en verouderde informatie te verwijderen en te vervangen door correcte informatie (Rommel 1998).

Alertheid van de omgeving is inderdaad belangrijk bij het gebruik van planborden.

Post its

Ook wie geen problemen heeft met zijn geheugen gebruikt losse papiertjes (Post-Its®) of een agenda om een afspraak of een taak te onthouden.  En automatisch zoek je bij het noteren van een afspraak naar woorden om het zo kort mogelijk neer te schrijven.   Het leuke aan een Post-It is dat je het kan kleven waar je het nodig hebt. Je kan ze makkelijk overal aan bevestigen, meenemen, er flexibel een taak mee plannen en ze zijn beschikbaar in opvallende kleuren. Een nadeel aan het gebruik van losse papiertjes is dan weer dat de Post-Its makkelijk los komen, je ze makkelijk kan verliezen en het geen alarmsignaal heeft. Het gebruik van (te)veel Post-Its wordt snel een onoverzichtelijke rommel.

Rommel haalt aan lijstjes inderdaad een hulp kunnen zijn als lijstjes die niet meer van toepassing zijn op tijd verwijderd worden. Een overvloed van lijstjes kan de persoon overspoelen met informatie, wat de verwarring die men net wilde vermijden, nog kan laten toenemen. (Rommel, 1998)

Geschreven taal en concrete voorwerpen

Ook voor de bejaarde kunnen eenvoudige geschreven lijstjes voldoende zijn om hem aan iets te herinneren of om structuur in iemands dag aan te brengen.  Sommige bejaarden herkennen beter een dialect dan het Algemeen Nederlands waardoor ik pleit  voor de terminologie die de persoon het beste kent.

Door het gebruik van voorwerpen kan je verwijzen naar een situatie. De bejaarde kan op die manier het verband leggen tussen het voorwerp en de situatie. Gebruiksvoorwerpen met name voorwerpen die daadwerkelijk in de situatie gebruikt worden zijn concreet  en tonen duidelijk het verband met wat  gaat komen.

Bv. het aanreiken van een washandje wordt door sommige bejaarde met dementie nog wel in verband gebracht met het wasmoment, een schort voor het koken, het eigen koffiekopje voor koffie drinken.

Alhoewel geuren niet in mijn definitie van visualisaties staat, geloof ik erin dat ook geuren bewust en onbewust veel informatie geven . De geur van chloor kun je bijvoorbeeld associëren aan hoe zij vroeger poetsten maar kan ook herinneren aan een andere situatie of gevoel. Geuren kunnen bewust ingezet worden om informatie te geven zodat een persoon zich veilig voelt.  Mijn moeder herkent heel goed de geur van koffie en zegt dan spontaan “mag ik ook een kopje koffie’ Ook hier is het van belang na te vragen welke geuren iemand prettig vindt en welke niet, met andere woorden welke persoonlijke voorkeuren iemand heeft.

En tot slot hoeft het geen betoog dat natuurlijke gebaren ook kunnen gebruikt worden om  in contact te komen maar ook om handelingen voor te doen zoals kammen, wassen.

Pictogrammen bij personen met dementie

Indien een bejaarde voordien nog nooit gebruik gemaakt heeft van pictogrammen,  lijkt het ons minder afgestemd, te stresserend en vaak confronterend voor een persoon om nog een pictogramsysteem te moeten aanleren. Het beklemtoont dat het belangrijk is dat je aansluit bij wat er al gebruikt wordt en door de persoon in kwestie herkend wordt.

Anderzijds geven organisaties die gebruik maken van pictogrammen aan dat bewoners de gebruikelijke en alledaagse picto’s zoals bijv. het symbool voor toilet of restaurant begrijpen.

Deze symbolen zijn gekend. Pictogrammen die men vroeger niet gebruikte en die eventueel later bedacht zijn voor een dagschema, om het menu voor te stellen of om het weer te aan te duiden , zijn in de dagelijkse situatie minder gekend en /of de context is anders dan gebruikers gewend zijn.

Ook zij geven aan dat foto’s soms beter lijken te werken dan picto’s bij sommige bewoners.

Ook Rommel beklemtoont dat moderne pictogrammen vaak geen effect hebben omdat ze niet begrepen worden .“Vaak hebben bejaarden of dementerende personen moeite om bv.een toilet te herkennen, laat staan dat ze een modern symbool herkennen dat het toilet geschematiseerd aangeeft. Dit kan opgelost worden door tekens de zoeken die de oudere wel begrijpt bv. een hartje boven de toiletdeur zoals vroeger dikwijls het geval was”. (Rommel, 1998)

Foto’s bij personen met dementie

We gaven eerder al enkele tips rond het gebruik van foto’s

Door het gebruik van een digitale camera en een computer kan je foto’s van concrete herkenningspunten uit het leven van bejaarden en/of personen met dementie verwerken (bijvoorbeeld duidelijke foto’s van  zijn familieleden, voorwerpen uit zijn omgeving enz.)  tot individuele pictogrammen.

Geerts staat stil bij het belang van kleuren bij het gebruik van visualisaties. “Onderzoek wees uit dat kleurbesef tot op hoge leeftijd aanwezig is, ook bij personen met dementie. Ze kunnen ondanks hun hoge leeftijd nog goed de kleuren benoemen. In communicatie met personen met dementie kan men keurencodes gebruiken om bepaalde zaken aan te duiden of te verduidelijken. Ook het kleurcontrast is belangrijk om het onderscheid tussen voorwerpen te zien.” (Geerts 2007)

Ik stel vast dat heel wat woonzorgcentra gebruik maken van foto’s om bv. de tafelplaats aan te duiden of om d.m.v.. een placemat (met foto’s van een bord, bestek en glas erop ) de bejaarde  te ondersteunen zodat hij zo lang mogelijk zelf de tafel kan blijven dekken. Men kan deze placemat ook gebruiken voor het maken van keuzen tussen broodbeleg, drinken en/of fruit.

Rommel geeft aan dat op de kamerdeur bv. iets persoonlijks kan aangebracht worden zoals een foto of een voorwerp dat een belangrijke symbolische betekenis heeft om de bejaarde te helpen om zijn kamer terug te vinden. Soms is het nodig om deze foto of voorwerp te veranderen: vaak herkent men beter een foto uit het verleden dan het heden  ( Rommel, 1998)

De herkenbaarheid van symbolen is niet altijd evident.  De ‘stokfiguurtjes’ die in openbare gebouwen het heren- en damestoilet aanduiden, zijn symbolen die tientallen jaren geleden nog niet gebruikt werden. De kans is daarom groot dat de bejaarde  deze niet herkent. Een duidelijke foto kan dan uitkomst bieden.

Op (keuken) kastjes kunnen foto’s van wat zich erachter bevindt, helpen.  Maar alleen als alles ook goed opgeruimd wordt. Anders is het ook een idee om kastdeurtjes van plexiglas  te installeren.

Logischerwijs zou je een foto of pictogram op ooghoogte hangen voor maximale zichtbaarheid. Bij het ouder worden verzwakken echter de oogspieren. En we gaan ook wat meer voorover gebogen lopen. Dat heeft tot gevolg dat het zichtveld van oudere mensen veelal wat lager komt te liggen dan ‘normale’ ooghoogte!

Een persoonlijke foto op de deur van de eigen (slaap-)kamer maakt het makkelijker om deze te vinden tussen alle deuren die zo op elkaar lijken. Kerr beschrijft mooi hoe men in een Engels verpleeghuis een leuke visualisatie bedacht voor een bewoner die zijn kamer niet goed terug kon vinden: de man kwam vroeger graag in een bepaalde kroeg, toen er boven zijn slaapkamerdeur een foto opgehangen van het uithangbord van die kroeg . De man werd daar al van ver in de gang door aangetrokken. Dat er zich achter de deur geen kroeg bevond was geen teleurstelling; het was vooral de bekendheid van het bord dat ver in de herinnering lag opgeslagen, dat de man naar zijn kamer trok. (Kerr, 2007)

Zelfbeoordelingslijst ‘Ondersteuning aan dementerende mensen met een verstandelijke handicap’

Maaskant en Schuurman hebben naast de brochure een zelfbeoordelingslijst ontwikkeld. Met deze lijst kunnen directe ondersteuners  nagaan in hoeverre hun organisatie aan de randvoorwaarden voor goede individuele en organisatorische ondersteuning aan dementerende cliënten voldoet.

‘De lijst is een soort checklist. Voldoe je aan alle standaarden dan krijg een code groen en zijn er geen verdere acties nodig. Maar scoor je oranje of rood dan moet je respectievelijk op sommige of op veel punten aan de slag’, licht Martin Schuurman toe. De lijst is online in te vullen. De uitkomsten zijn direct inzichtelijk en  worden per mail toegestuurd. De ingevulde gegevens worden automatisch en anoniem verwerkt.

https://www.kennispleingehandicaptensector.nl/oudere-clienten/ondersteuning-aan-dementerende-mensen-met-een-verstandelijke-beperking-zelfbeoordelingslijst

Spel ‘Weten, vergeten en …begeleiden!’

Met dit spel leren begeleiders in de gehandicaptenzorg op een aansprekende en laagdrempelige manier omgaan met cliënten met dementie.

Het spel biedt kennis en praktische tips en is bedoeld voor:

  • begeleiders van ouder wordende cliënten
  • orthopedagogen, psychologen en andere spelleiders die begeleiders en cliënten ondersteunen in het dementieproces
  • anderen die betrokken zijn bij het bieden van inhoudelijke ondersteuning aan teams

Het spel wordt niet meer te koop aangeboden maar kan je voortaan zelf downloaden.

De handleiding voor de begeleiders en het gratis spel kan je downloaden via https://www.kennispleingehandicaptensector.nl/oudere-clienten/dementiespel-weten-vergeten-en-begeleiden-oiv.

Je hoeft allen zelf nog voor een zandloper en een dobbelsteen te zorgen.

Ondersteuning bieden aan personen met dementie

Heel lang geleden maakte  ik kennis met het boekje “ Hij kan er niets aan doen” een niet gepubliceerde uitgave van Borgerstein . Het boekje was bedoeld om mensen met een licht verstandelijke beperking voor te lichten over de ziekte van Alzheimer.  Deze uitgave inspireerde mij om samen met Bart Serrien en Kathleen Droogendijk deze brochure tot stand te brengen met Sclera pictogrammen . We hopen dat dit boekje gebruikt  kan worden om cliënten vorming te geven rond dementie zodat de cliënt kan leren begrijpen waarom zijn huisgenoot veranderend gedrag vertoont omwille van zijn dementie.

Wij zijn er van overtuigd dat het voor huisgenoten niet altijd evident is om samen te leven met een persoon met een verstandelijke beperking en dementie . Huisgenoten merken dat er met hen iets aan de hand is en dat zij plots anders doen dat dat wat ze gewend zijn. En ook al kunnen ze hun gedrag niet altijd begrijpen , toch willen ze vaak weten hoe dit komt.

Je kan deze brochure gratis downloaden op de websitehttps://gompel-svacina.eu/product/ondersteunde-communicatie-met-visualisaties/